Samira Rafaela: ‘Het was vooral heel eenzaam, in je eentje in het oog van een orkaan zitten’
Het Europees Parlement een ver-van-je-bedshow? Niet als het aan Europarlementariër Samira Rafaela ligt; grote beslissingen vallen daar. Zij strijdt er – gesteund door een flinke schare fans – onder meer voor verschillende vrouwenrechten.
Waarom doe je dit in vredesnaam? Dat denkt Samira Rafaela weleens over haar werk in het Europees Parlement. Vaak genoeg zelfs. ‘Je geniet zeker niet van elk moment,’ zegt ze enigszins sarcastisch aan een tafeltje in een Amsterdams restaurant. Een flink understatement, vermoedelijk, na het jaar dat Rafaela gehad heeft – een jaar gekenmerkt door beschuldigingen aan haar persoon, een integriteitsonderzoek, kritische artikelen, talloze haatberichten. Een jaar waarna Rafaela zich alsnog opnieuw verkiesbaar besloot te stellen als lijsttrekker voor de Europese verkiezingen van 2024, vertelt ze. ‘Dat vuur blijft toch in mij branden, kennelijk.’
Het was liefde op het eerste gezicht tussen haar en het Europees Parlement, vertelt Rafaela. ‘Ik weet nog dat ik als tiener met mijn moeder door Brussel liep, en naar al die grote gebouwen van het parlement keek. Ik vroeg: “Wat doen ze hier?” En mijn moeder zei: “Hier lossen ze de problemen op die spelen in de wereld.” Ik weet niet precies waarom, maar ik zei meteen: “Dat wil ik ook doen.” En mijn moeder zei: “Dat gaat je lukken.”’
En het lukte. Rafaela ging bestuurskunde studeren, sloot zich aan bij de Jonge Democraten, en stelde zich in 2018 op negenentwintigjarige leeftijd verkiesbaar voor het Europees Parlement. Ze bemachtigde met voorkeursstemmen als eerste Nederlandse vrouw van Afro–Caribische afkomst een zetel. Maar zoals dat gaat met grote liefdes – de relatie onderhouden is niet altijd even makkelijk. ‘Ik ben vaak genoeg boos op het parlement,’ zegt ze. ‘Dan denk ik: waarom zit je zo in elkaar? Word eens moderner, word eens toegankelijker. We willen iedereen toch betrekken bij de Europese politiek?’ Ondanks die frustraties is Rafaela toch elke dag gelukkig als ze het parlement in loopt, zegt ze. ‘Dan denk ik: het is me toch maar mooi gelukt om een van die 705 parlementariërs te worden.’
Lees meer via ELLE